De invloed van hormonen op je bloedsuikers en insuline behoefte

Natuurlijk hebben hormonen ook effect op je bloedsuikers. Als je weet wat het effect is en wanneer je het kan verwachten kan je hierop inspelen en hypers en hypo’s voorkomen. Maar wat is het effect en hoe zie je de invloed van hormonen terug in je insulinebehoefte en bloedsuikers? Dat ga ik je vertellen! In dit artikel ga ik specifiek in op het effect van de menstruatiecyclus op je bloedsuikers en insuline behoefte.

Hoe gaat een menstruatie cyclus ook al weer?

Eerst even wat uitleg voordat we er dieper op in duiken! Een menstruele cyclus kan tussen de 20 tot 35 dagen duren, maar gemiddeld duurt een cyclus 28 dagen. In elk van die 4 weken verschillende de hormoonniveaus. 

Ovulatie
Elke cyclus begint op de dag van de menstruatie, (dag 1). Ovulatie vindt meestal plaats 14 dagen voor de eerste dag van de menstruatie. Ofwel: 14 dagen voor de volgende menstruatie cyclus begint.

Dat betekent voor een gemiddelde menstruatiecyclus dat er normaliter 14 dagen in de aanloop voor de ovulatie (ook bekend als de pre-ovulatie fase) en 14 dagen volgend na de ovulatie (de post-ovulatie fase).

Folliculaire fase
In de eerste week waar de menstruatie plaatsvindt neemt het hormoon oestrogeen toe. In week 2 neemt dat verder toe en krijg je ook een klein testosteron piekje. Deze eerste twee weken worden de folliculaire fase genoemd.

Luteale fase
Week 3 en 4 is de luteale fase. In de derde week na de ovulatie daalt het oestrogeen in korte tijd behoorlijk. Progesteron neemt dan toe. In de laatste week bereikt de hoeveelheid oestrogeen in het bloed het dieptepunt. Progesteron niveaus gaan ook omlaag. Deze week wordt ook wel de premenstruele week genoemd. 

Welke hormonen spelen een rol in de menstruatie cyclus?

Hoewel er meer hormonen een rol spelen ga ik in op de vijf meest bekende hormonen. Dat zijn oestrogeen, progesteron, testosteron, LH (luteïniserend hormoon) en FSH (follikelstimulerend hormoon). Niet alle hormonen hebben (evenveel) invloed op je bloedsuikers. Ik leg je in het kort uit wat de rol van elk hormoon is.

FSH (follikelstimulerend hormoon) en LH (luteïniserend hormoon) 

Deze hormonen worden afgegeven door de hypofyse. FSH stimuleert bij vrouwen de groei en rijping van follikels in de eierstokken en zet de follikels aan tot de productie van oestrogeen. Na de ovulatie, in de luteale fase van de menstruatie cyclus, stimuleert het luteïniserend hormoon (LH) samen met het FSH de productie van progesteron. 

Oestrogeen

Onder invloed van oestrogeen vindt de opbouw van het baarmoederslijmvlies plaats. Halverwege de cyclus is er een duidelijke piek in de oestrogeenspiegel, waardoor de eisprong plaatsvindt. Daarna daalt het niveau weer.

Progesteron

Progesteron zorgt voornamelijk voor het in stand houden van het baarmoederslijmvlies tijdens de zwangerschap. Na de eisprong wordt dit hormoon aangemaakt en bevordert progesteron het innestelen van een eventuele bevruchte eicel. Indien bevruchting niet plaatsvindt neemt de aanmaak van progesteron af. Hierdoor wordt het baarmoederslijmvlies afgebroken en start de menstruatie. Dit hormoon heeft het meeste invloed op je bloedsuikers en daardoor dus ook je insuline behoefte.

Testosteron

Bij vrouwen stimuleert testosteron de groei van skeletspieren, schaamhaar en stimuleert het de talgproductie. Van dit hormoon krijg je ook meer “zin” en het is daarom niet verrassend dat dit hormoon stijgt vlak voor de eisprong. Het meeste testosteron dat geproduceerd wordt, wordt bij vrouwen omgezet in het vrouwelijke geslachtshormoonbestanddeel oestradiol.


Welke invloed kan diabetes hebben op je menstruele cyclus?

Mensen met diabetes kunnen een grotere kans hebben op een onregelmatige cyclus. In een onderzoek uit 2003 hebben onderzoekers gekeken naar de verschillen in de menstruele cyclus in vrouwen met Type 1 en zonder. In het onderzoek kwam naar voren dat vrouwen met Type 1 meer menstruele problemen hadden. Een langere cyclus, langere menstruatie en een zwaardere menstruatie. Hieruit kwam ook naar voren dat vrouwen met diabetes later voor het eerst menstrueren, een vroegere natuurlijke menopauze, minder zwangerschappen en meer intra-uteriene vruchtdood (overlijden van de foetus vanaf de 16de zwangerschapsweek en voor het op gang komen van de bevalling) hadden dan zij zonder diabetes. 

Als je geen regelmatige cyclus hebt of zwaar menstrueert kan het verstandig te zijn om eens met een gynaecoloog hierover te praten. Ook hier telt hoe gezonder je waardes zijn, hoe minder het risico wordt.


Hoe hormonen je bloedsuiker en insuline behoefte beïnvloeden

De hormonen die ik hierboven heb genoemd hebben allemaal een andere invloed op je bloedsuikers en insuline behoefte. Gedurende de menstruele cyclus is de meest significante insuline resistentie te zien gedurende de luteale fase (de laatste 2 weken), dit komt door het hoge niveau van progesteronwaardes. Deze fysiologische reactie staat bekend als insulineresistentie in de luteale fase.

Insuline resistentie door progesteron

In een onderzoek naar bloedglucose levels, insuline concentraties en insuline resistentie van gezonde vrouwen en vrouwen met PMS kwam naar voren dat de concentratie van glucose in het bloed significant verschilde gedurende de folliculaire en luteale fase. Ook was de insuline resistentie anders in de luteale fase. Deelnemers aan dit onderzoek hadden echter geen diabetes type 1. Bij gezonde personen kan ook afhankelijk van de aanwezigheid van PMS de verschillende tussen de twee fases niet noemenswaardig zijn. 

Onderzoek naar veranderingen in het aantal hypers en hypo’s in vrouwen met T1

Een ander onderzoek uit 2015 onder 12 vrouwen met diabetes type 1 liet een verhoogd risico op hyperglykemie zien tijdens pre-ovulatie en vroege luteale fasen ten op zichte van de vroege folliculaire fase. Het verschil lijkt ook in dit onderzoek verband te houden met een verminderde insulinegevoeligheid tijdens de luteale fase.

Onderzoek over waargenomen glucose variaties en insuline behoeftes in relatie tot de menstruele cyclus onder type 1 diabetici

Gelukkig was ik niet de enige die meer wou weten over de invloed van hormonen op je bloedsuikers en insuline behoefte. Ook Julia van The Happy Type One heeft dit gedaan. Hierdoor heb ik onderstaand onderzoek gevonden. 

In een podcast aflevering gaat Julia met medisch student Darius Mewes in op de hormoon invloed. Darius studeert op de Charité in Berlijn, Europa’s grootste universitair ziekenhuis. Samen met zijn collega Katarina Braune heeft hij een analyse gepubliceerd over de subjectief waargenomen glycemische variaties en insuline aanpassing in relatie tot de menstruele cyclus.

Kleinschalig onderzoek

In een kleinschalig kwalitatief onderzoek hebben ze 9 vrouwen geïnterviewd. Deze vrouwen waren van verschillende leeftijden maar hadden allemaal type 1 diabetes. Het mooiste uit het onderzoek vind ik zelf grafiek 1: “the relative change in insulin dosage (in %). Hier is te zien dat er meer vrouwen waren die minder insuline gaven in de vroege folliculaire fase. Zelfs tot 35% minder insuline! Tijdens de ovulatie en luteale fasen was er een toenemende insuline behoefte te zien, tot 50% meer insuline was er nodig!

Hoe ga je om met wisselende bloedsuikers en insuline behoeftes door de invloed van hormonen? 

Als je koolhydraatarm eet heb je 1 hele grote variabele weggehaald: koolhydraten. Hierdoor kan je sneller zien als er iets niet klopt, bijvoorbeeld je basaal of een correctiefactor die niet goed staat. 

Dit kan in je voordeel werken als je ziet dat je bijvoorbeeld ‘s ochtends hoger wakker wordt dan gebruikelijk of langer blijft hangen op een hoge waarde.

Ga, indien je een CGM hebt, eens kijken naar je waardes ‘s nachts. Zie jij waar welke hormonen je bloedsuikers lager of hoger beïnvloeden? Waar jij meer insuline nodig hebt door insuline resistentie?
Bij mij kan ik tijdens de start van mijn menstruatie duidelijk wat minder insuline ‘s nachts gebruiken en in de laatste twee weken duidelijk wat meer. Begin in kleine stapjes als je met de pen insuline geeft. Heb je een pomp? Kijk dan hoe laat de stijging begint en voer 1 tot 2 uur daarvoor een aanpassing door. 

Geen CGM? Prik eens wat vaker of zet de wekker eens ‘s nachts. 

Kijk ook eens naar je dagtotaal. Zie je dat je op bepaalde dagen meer of minder insuline nodig hebt en komen die overeen met 1 van de fases? Verlaag dan je dagtotaal. Maak hier wel onderscheid in je bolus, basaal en correcties. Als je geneigd bent om bijvoorbeeld meer te eten tijdens je menstruatie kan dat een vertekend beeld geven.

Voor al dit bovenstaande moet je wel weten wanneer je fases beginnen, dus schrijf dat op of hou dit digitaal bij. (P.s. let bij een app alsjeblieft goed op je privacy, sommige menstruatie apps kan je beter niet installeren.)

Zoals altijd, n=1. Merk jij op een ander moment een stijging of daling? Pas het dan aan volgens jouw eigen gegevens. Succes!

Bronnen